Opnieuw door Twente

Na de geweldige uitstap in IJmuiden werd het tijd om Twente weer uit te pluizen. In het binnenland wordt er minder gezien maar wellicht moet het gewoon gevonden worden. Er wordt in Twente immers door minder mensen gevogeld maar dat maakt het nog mooier wanneer je iets vindt. Vanochtend twijfelde ik nog of ik naar de jukra (jufferkraanvogel) bij Maurik moest rijden maar ik vertrouw de oorsprong niet. Dan maar een korte bijdrage voor Slagpen en morgen is er gewoon nog een dag. Bovendien moet ik 3,5 uur rijden om bij die verrekte steppeklapekster te komen. Gekkenwerk en erg prijzig. De laatste tijd moet ik het vooral van korte uitstapjes hebben. Het gros van de trekvogels zit inmiddels in Afrika of komt Nederland binnen. De meeste ganzen moeten nog komen en de kraanvogels scheren langs onze grenzen. Qua kranen (kraanvogels) zijn we afhankelijk van een goede oostenwind. Vorige week konden we kort genieten van een oostenwind. In het hele land werden meteen kranen gemeld.

Ongeringde krooneend Rutbeek

Na een paar whatsapp berichten stond ik in het Haaksbergerveen met een van de betere Twentse vogelaars. We hoopten op kranen en onze wens ging vier keer in vervulling. We ontdekten een groep van 29, 15, 31 en 49 exemplaren maar allemaal aan de horizon. Het magische geluid hebben we slechts twee keer in de verte gehoord. Ongelooflijk hoe ver dit gegalm reikt. Een goede opname van kraanvogels moet ik in Nederland nog maken. Maar in Twente is dát een kwestie van tijd. Verder zagen we twee blauwe kiekendieven (1 man en 1 ringtail). De man liet zich prachtig zien en vloog laag over het veen. De laatste traktatie kwam in de vorm van een raaf. Alles behalve dichtbij maar onmiskenbaar door de waaierstaart. Je merkt dat de soort steeds algemener wordt in Nederland. Het aantal waarnemingen per jaar neemt gestaag toe.

Bedelroep fuut

In ons laatste uur brachten we een bezoek aan het Rutbeek. Het Rutbeek is een recreatieplas die door de vorige generatie vogelaars regelmatig werd bezocht. Er zijn daar leuke soorten zoals kleine burgemeester, parelduiker, middelste zaagbek en zelfs een herdersplevier gezien. De herdersplevier is echter niet door het CDNA aanvaard. Het gebied heeft potentie maar het aantal bezoekuren is in de loop van de jaren drastisch afgenomen. Het eerste bezoek in lange tijd leverde ons in ieder geval een krooneend op. Een goede soort voor Twente. Een paar dagen later was de vogel nog aanwezig en is niet geringd. Tijdens het tweede bezoek waren vooral kokmeeuw en meerkoet vertegenwoordigd. Op een Pontische meeuw na was er weinig te zien maar gelukkig was er wat te horen. Meerdere futen op de plas waren aan het roepen. Juveniele vogels bedelden bij hun ouders. Een juveniel maakt een hoog, piepend geluid (wiiip wip wip) en spartelt met zijn poten terwijl het zijn kop richting de adulte vogels richt. Op de plas zwommen meerdere futen en dit leverde territoriale problemen op. De alarmroep van de fuut is lager en lijkt zelf kraaiachtig (ktik). Het sonogram toont overeenkomsten met kraai maar is veel dunner en bevat minder timbre (klankkleur). Zo pak je in de loop van de dagen toch weer wat soorten mee.

Plaats een reactie